HISWA ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR VAARSCHOLEN, DUIKSCHOLEN EN VISCURSUSSEN

Dit zijn de Algemene Voorwaarden voor Vaarscholen, Duikscholen en Viscursussen van HISWA Vereniging (Nederlandse Vereniging van Ondernemingen in de Bedrijfstak Watersportindustrie). Deze voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal-Economische Raad. De voorwaarden gelden uitsluitend voor leden van HISWA Vereniging. Bij misbruik zal HISWA Vereniging daartegen optreden. De voorwaarden zijn gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank Amsterdam op 21 juni 2018 onder nummer 69/2018.

ARTIKEL 1 – DEFINITIES
In deze voorwaarden gelden de volgende definities:
a. Ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bedrijfsmatig
overeenkomsten sluit voor het geven van lessen of andere vormen van instructie, al of niet aan boord van een vaartuig. Deze ondernemer is lid van HISWA Vereniging.
b. Consument: een natuurlijke persoon die een overeenkomst sluit met een ondernemer die lid is van HISWA Vereniging. Het gaat hier om een overeenkomst voor het ontvangen van lessen of andere vormen van instructie, al dan niet aan boord van een vaartuig. Deze consument sluit de overeenkomst niet uit naam van zijn beroep of bedrijf, maar op persoonlijke titel.
c. Cursist: een natuurlijke persoon die, al of niet aan boord van een vaartuig, lessen of andere vormen van instructie ontvangt. Deze persoon ontvangt de lessen niet in het kader van zijn beroep of bedrijf, maar als privépersoon.
d. Groep: een groep die tegen betaling, al of niet aan boord van een vaartuig, lessen of andere vormen van instructie ontvangt. Deze groep bestaat uit natuurlijke personen en wordt vertegenwoordigd door de consument die de overeenkomst heeft gesloten. De leden van de groep ontvangen de lessen niet in het kader van hun beroep of bedrijf, maar als privépersonen.
e. Vaartuig: een voorwerp dat is gemaakt om op het water te verblijven en zich daarop te bewegen, en dat is bestemd voor sportbeoefening en vrijetijdsbesteding. Onder het vaartuig vallen ook de uitrusting en inventaris die erbij horen.
f. Overeenkomst: een overeenkomst tussen de ondernemer en de consument, waarbij de ondernemer zich verplicht om tegen betaling lessen of andere vormen van instructie te geven aan de consument of aan een of meer andere personen waarvoor dit is afgesproken. Deze lessen kunnen al dan niet plaatsvinden aan boord van een vaartuig.
g. Elektronisch: per e-mail of website.
h. Geschillencommissie: de Geschillencommissie Waterrecreatie in Den Haag.
Alle bedragen die in deze algemene voorwaarden staan, zijn inclusief btw.
ARTIKEL 2 – TOEPASSELIJKHEID VAN DEZE VOORWAARDEN
Deze voorwaarden zijn van toepassing op elke opdrachtovereenkomst die gesloten wordt tussen de consument en de ondernemer.
ARTIKEL 3 – AANBOD/OFFERTE
1. De ondernemer brengt zijn aanbod of offerte mondeling, schriftelijk of elektronisch uit.
2. Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt geaccepteerd, behalve als de ondernemer direct een termijn heeft gegeven om het aanbod te accepteren.
3. Op een schriftelijk of elektronisch aanbod moet een dagtekening staan. Wordt er in het aanbod een geldigheidstermijn genoemd, dan mag de ondernemer zijn aanbod binnen die termijn niet veranderen of intrekken. Wordt er geen termijn genoemd, dan mag de ondernemer zijn aanbod niet veranderen of intrekken tot en met 10 werkdagen na de dagtekening.
4. De ondernemer vermeldt in zijn aanbod in ieder geval:
• de aard, inhoud en omvang van de diensten die hij gaat verrichten; • de hoogte van het cursusgeld en de eventuele aanvullende kosten; • de datum en het tijdstip waarop de instructie begint en eindigt.
5. Bij elk aanbod moet de ondernemer een exemplaar van deze algemene voorwaarden afgeven.
ARTIKEL 4 – OVEREENKOMST
1. Er is sprake van een overeenkomst zodra de consument het aanbod van de ondernemer accepteert. Accepteert hij dit aanbod elektronisch, dan stuurt de ondernemer elektronisch een bevestiging naar de consument.
2. Elke overeenkomst wordt bij voorkeur schriftelijk of elektronisch vastgelegd.
3. Bij een schriftelijke overeenkomst moet de ondernemer altijd een afschrift aan
de consument geven.
ARTIKEL 5 – PRIJS EN PRIJSWIJZIGINGEN
1. De ondernemer en de consument spreken vooraf af:
• hoeveel de consument moet betalen aan cursusgeld en eventuele extra
kosten;
• of de ondernemer de prijzen tussentijds mag wijzigen en zo ja, onder welke
voorwaarden.
2. Als de ondernemer binnen 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst
een prijswijziging doorvoert, blijft de afgesproken prijs gelijk.
3. Als de ondernemer meer dan 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst de prijs verhoogt, mag de consument de overeenkomst opzeggen. Dit mag hij
niet doen als in de overeenkomst is vastgelegd dat de instructie meer dan 3
maanden na het sluiten van de overeenkomst zal beginnen.
4. De ondernemer kan wijzigingen in belastingen, accijnzen en andere
soortgelijke heffingen van de overheid altijd doorberekenen aan de consument.
ARTIKEL 6 – BETALINGSVOORWAARDEN
1. De consument moet het cursusgeld binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur betalen, maar in ieder geval op de aanvangsdatum van de cursus. Hij kan het cursusgeld betalen op het kantoor van de ondernemer of door het bedrag over te maken naar een bankrekening die door de ondernemer wordt
bepaald.
2. Als de consument niet op tijd betaalt, is hij in verzuim zonder dat de
ondernemer hem in gebreke hoeft te stellen. Toch stuurt de ondernemer na het verstrijken van de betalingsdatum nog één kosteloze betalingsherinnering naar de consument. Daarin wijst hij de consument op zijn verzuim en geeft hij hem alsnog de gelegenheid om de rekening binnen 14 dagen te betalen. In de betalingsherinnering maakt de ondernemer ook melding van de buitengerechtelijke incassokosten die de consument bij niet tijdige betaling verschuldigd is.
3. Is de 14-dagentermijn die in lid 2 genoemd is, verlopen en heeft de consument nog niet betaald, dan is de ondernemer bevoegd om betaling van het verschuldigde bedrag te eisen, zonder dat hij de consument verder in gebreke hoeft te stellen. De buitengerechtelijke incassokosten die daaraan verbonden zijn, mag hij naar redelijkheid in rekening brengen bij de consument. Hiervoor gelden maximumbedragen die staan in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Onder voorbehoud van wettelijke wijzigingen zijn deze maximumbedragen vastgesteld op:
• 15% over de eerste € 2.500,-, met een minimum van € 40,-; • 10% over de volgende € 2.500,-;
• 5% over de volgende € 5.000,-;
• 1% over de volgende € 190.000,-;
• 0,5% over het meerdere, met een maximum van € 6.775,-.
ARTIKEL 7 – ANNULERING
1. Als de consument de overeenkomst wil annuleren, moet hij dit zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch aan de ondernemer laten weten.
2. Als de consument annuleert, heeft de ondernemer het recht om een
gefixeerde (vaste) schadeloosstelling van de consument te eisen. Deze schadeloosstelling bedraagt:
• 15% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 3 maanden vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 50% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 2 maanden vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 75% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 1 maand vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 100% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering binnen 1 maand
vóór aanvang van de cursusperiode of op de ingangsdatum van de cursus. Voor alle genoemde schadeloosstellingsbedragen geldt een minimum van
€ 75,-.
3. Als een groep van 10 of meer cursisten annuleert, gelden andere
schadeloosstellingsbedragen dan genoemd in lid 2. In dat geval heeft de ondernemer het recht om een gefixeerde (vaste) schadeloosstelling van de consument te eisen van:
• 25% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 6 maanden vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 50% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 4 maanden vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 75% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 2 maanden vóór
aanvang van de cursusperiode;
• 100% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering binnen 1 maand
vóór aanvang van de cursusperiode.
4. Als de consument de overeenkomst annuleert, moet hij de annuleringskosten
betalen volgens de bepalingen in lid 2 en 3. Kan de consument of de ondernemer aantonen dat de werkelijke schade aanmerkelijk hoger of lager is dan de annuleringskosten volgens lid 2 of 3? Dan moet de consument de werkelijke schade vergoeden. Onder schade verstaan we het geleden verlies of de gederfde winst van de ondernemer.
5. Als de consument de overeenkomst annuleert, kan hij de ondernemer vragen of een andere persoon de overeenkomst mag overnemen via een ‘indeplaatsstelling’. Als de ondernemer daarmee akkoord gaat, heeft hij het recht om hiervoor administratiekosten in rekening te brengen.
ARTIKEL 8 – RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE ONDERNEMER
1. De ondernemer zal de instructie op een professionele manier aan de cursist(en) geven of laten geven.
2. De ondernemer staat ervoor in dat de aangeboden accommodatie veilig is en aan alle eisen voldoet.
3. Als er bij de instructie zaken van de ondernemer worden gebruikt, staat de ondernemer ervoor in dat deze zaken:
• in goede staat verkeren; en
• kunnen worden gebruikt waarvoor zij bestemd zijn; en
• voldoen aan de veiligheidseisen die voor het overeengekomen gebruik gelden.
4. Als de ondernemer voor de instructie eigen zaken gebruikt, is hij verplicht om die zaken te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid, cascoschade en diefstal. De dekking van de verzekering moet gelden in het gebied waar de instructie wordt gegeven.
5. Als de ondernemer op basis van de overeenkomst verplicht is om accommodatie ter beschikking te stellen, doet hij dat voor de overeengekomen periode.
6. De kosten die direct verband houden met het normale gebruik van het vaartuig, zijn voor rekening van de ondernemer. Hieronder vallen onder meer haven-, brug-, kade-, sluis- en liggelden en brandstofkosten.
7. Als de consument bepaalt op welke locatie de instructie plaatsvindt, zijn de kosten die verband houden met de locatie voor rekening van de consument. Hieronder vallen onder meer huur- en legeskosten.
8. De ondernemer adviseert de consument met klem om geen waardevolle zaken mee te nemen. Hij wijst de consument daarbij op de beperking van de aansprakelijkheid die beschreven staat in artikel 10 lid 2 van deze voorwaarden.
9. De ondernemer heeft het recht om de instructie op of in het water te vervangen door een instructie op de wal, als de weersomstandigheden in combinatie met het kennisniveau van de cursisten dit noodzakelijk maken.
10. 10.De ondernemer wijst de consument op de verplichtingen in artikel 9 lid 5 en ARTIKEL 9 -RECHTEN EN PLICHTEN VAN DECONSUMENT
1. Als de ondernemer voor de instructie een zaak van de consument gebruikt, moet de consument ervoor zorgen dat die zaak verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid, cascoschade en diefstal. De dekking van de verzekering moet gelden in het gebied waar de instructie wordt gegeven. Deze bepaling geldt niet als de ondernemer en de consument iets anders zijn overeengekomen.
2. Als er sprake is van een groep cursisten, moet de consument uiterlijk op de aankomstdag een lijst van alle cursisten aan de ondernemer geven.
3. Wordt een zaak die de ondernemer ter beschikking heeft gesteld. op verzoek van de consument voor iets anders gebruikt dan overeengekomen was? Dan zijn de extra kosten die daaraan verbonden zijn, voor rekening van de consument. Dit geldt alleen als de ondernemer dit tijdig aan de consument heeft gemeld.
4. Als de consument voor de instructie eigen zaken wil gebruiken, moet hij ervoor zorgen dat deze zaken voor dit doel geschikt zijn en veilig zijn.
5. De consument moet ervoor zorgen dat de cursist(en) een aansprakelijkheidsverzekering hebben, die voldoende dekking biedt voor de overeengekomen activiteiten.
6. De consument is verplicht om zijn eigen medische verklaring naar waarheid in te vullen en eventuele aanvullende medische keuringen te laten uitvoeren voordat de instructie begint.
7. Als de ondernemer het vanwege een slechte voorbereiding door de consument niet verantwoord vindt om verder te gaan met de instructie, kan hij de consument bevelen om te stoppen. In dat geval moet de consument hier onmiddellijk gehoor aan geven.
8. De consument wijst de groep op de bepalingen uit deze voorwaarden die voor hen van toepassing zijn.